SV | En ik zeide tot hen: Laat de poorten van Jeruzalem niet geopend worden, totdat de zon heet wordt, en terwijl zij daarbij staan, laat hen de deuren sluiten, betast gij ze dan; en dat men wachten zette, inwoners van Jeruzalem, een iegelijk op zijn wacht, en een iegelijk tegenover zijn huis. |
WLC | [וַיֹּאמֶר כ] (וָאֹמַ֣ר ק) לָהֶ֗ם לֹ֣א יִפָּֽתְח֞וּ שַׁעֲרֵ֤י יְרוּשָׁלִַ֙ם֙ עַד־חֹ֣ם הַשֶּׁ֔מֶשׁ וְעַ֨ד הֵ֥ם עֹמְדִ֛ים יָגִ֥יפוּ הַדְּלָתֹ֖ות וֶאֱחֹ֑זוּ וְהַעֲמֵ֗יד מִשְׁמְרֹות֙ יֹשְׁבֵ֣י יְרוּשָׁלִַ֔ם אִ֚ישׁ בְּמִשְׁמָרֹ֔ו וְאִ֖ישׁ נֶ֥גֶד בֵּיתֹֽו׃ |
Trans. | wayyō’mer wā’ōmar lâem lō’ yipāṯəḥû ša‘ărê yərûšālaim ‘aḏ-ḥōm haššemeš wə‘aḏ hēm ‘ōməḏîm yāḡîfû hadəlāṯwōṯ we’ĕḥōzû wəha‘ămêḏ mišəmərwōṯ yōšəḇê yərûšālaim ’îš bəmišəmārwō wə’îš neḡeḏ bêṯwō: |
En ik zeide tot hen: Laat de poorten van Jeruzalem niet geopend worden, totdat de zon heet wordt, en terwijl zij daarbij staan, laat hen de deuren sluiten, betast gij ze dan; en dat men wachten zette, inwoners van Jeruzalem, een iegelijk op zijn wacht, en een iegelijk tegenover zijn huis.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En ik zeide tot hen: Laat de poorten van Jeruzalem niet geopend worden, totdat de zon heet wordt, en terwijl zij daarbij staan, laat hen de deuren sluiten, betast gij ze dan; en dat men wachten zette, inwoners van Jeruzalem, een iegelijk op zijn wacht, en een iegelijk tegenover zijn huis.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!